Print deze werkafspraak

Beleid resistente bacteriƫn (BRMO, inclusief MRSA) Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) en ziekenhuis Bernhoven (ZB)

Inleiding BRMO

BRMO staat voor Bijzonder Resistente Micro Organisme. Dit zijn micro-organismen die ongevoelig (resistent) zijn voor de eerste keuze antibiotica of tegen meerdere groepen antibiotica. Om verspreiding van deze BRMO’s tegen te gaan worden bij opname in het ziekenhuis isolatiemaatregelen genomen. Als een patiënt drager is van een BRMO wordt in het patiëntendossier een label aangebracht waaraan zorgmedewerkers kunnen zien dat deze patiënt in isolatie verpleegd moeten worden. De isolatiemaatregelen die genomen worden zijn afhankelijk van het micro-organisme.

Voor een bezoek aan de polikliniek zijn in het algemeen basis hygiëne maatregelen voldoende om verspreiding tegen te gaan en zijn extra isolatiemaatregelen niet nodig. Basis hygiëne maatregelen zijn bijvoorbeeld handhygiëne en het gebruik van schort en handschoenen bij handelingen die kunnen spatten. Op sommige poliklinieken en functieafdelingen worden bij uitzondering wel isolatiemaatregelen getroffen.

Bij de meeste BRMO’s, zoals bijv. BRGN en ESBL, wordt het label 1 jaar nadat de BRMO voor het laatst gekweekt is, automatisch verwijderd. Dan is het dus niet nodig om tijdens dat jaar extra kweken af te nemen om te kijken of deze BRMO nog aanwezig is. Na dat jaar zijn isolatiemaatregelen bij opname in het ziekenhuis niet meer nodig.

Bij sommige BRMO’s, zoals MRSA, blijft het label aanwezig tot uit meerdere sets kweken blijkt dat iemand geen drager meer is. (Zie behandeling MRSA dragerschap). 

Stroomschema kweken

Wanneer moet een patiënt die naar het ziekenhuis gaat voor een poliklinisch onderzoek of een klinische opname gekweekt worden?

Stroomschema MRSA/ BRMO

Uitleg schema
Indien op basis van de vragenlijst sprake is van een besmettingsrisico, wordt door de huisarts of de behandelaar in het ziekenhuis kweken afgenomen vóór de klinische opname. Voor een poliklinisch bezoek is dit meestal niet van toepassing. Bij twijfel kunt u overleggen met de behandelaar in het ziekenhuis. Het contact met de bron van een mogelijke BRMO moet nog aanwezig zijn of in ieder geval korter dan twee maanden geleden zijn:

Ad 1 Buitenland screening

Bij een opname, ingreep of invasief onderzoek in een buitenlandse zorginstelling, zoals een ziekenhuis, een verpleeghuis, een dialysecentrum, een weeshuis, etc., vraagt u kweken aan voor buitenland screening: MRSA  én BRMO. Ook eventuele wonden, katheters of lijnen moeten worden gekweekt.

Ad 2 Veebedrijf

Indien de patiënt werkzaam is en/of woonachtig op een varkens-, vleeskalver- of vleeskuikenbedrijf worden kweken op LA-MRSA afgenomen.

Ad 3 Aangetoond MRSA- BRMO

Het is bij een geplande ziekenhuisopname niet nodig om opnieuw kweken af te nemen, tenzij er een MRSA- behandelplan wordt voorbereid of is afgesproken.

Ad 4 Partner, huisgenoot of verzorgende

Indien de patiënt partner, huisgenoot of een verzorgende is van iemand met (LA-) MRSA dan worden kweken afgenomen op MRSA of LA-MRSA. Bij BRMO is dat niet nodig!

Ad 5 Adoptie

Indien de patiënt jonger dan 18 jaar is en geadopteerd is uit een buitenland, dan vraagt u kweken aan voor buitenland screening: MRSA én BRMO

Ad 6  Uitbraak andere zorginstelling

Indien de patiënt in een andere zorginstelling verbleven is, op een afdeling waar onverwacht MRSA of bepaalde BRMO ’s zijn aangetoond dan kan u gevraagd worden om MRSA- dan wel specifieke BRMO-kweken af te nemen

Ad 7 Asielzoekerscentrum

Indien de patiënt de afgelopen 2 maanden in een asielzoekerscentrum woonachtig is geweest, vraagt u kweken aan voor buitenland screening: BRMO én MRSA.

Tevens geldt het voor een patiënt, die als werknemer in de gezondheidszorg werkzaam is geweest in een buitenlandse zorginstelling.

Overig

Werknemers in de gezondheidszorg die werkzaam of opgenomen zijn geweest in een buitenlandse zorginstelling en nu patiënt zijn, worden gekweekt op buitenland screening: BRMO én MRSA.  

Voor werknemers in de gezondheidszorg die werkzaam of opgenomen zijn geweest in een buitenlandse zorginstelling en nu geen patiënt zijn, geldt een afwijkend beleid, Dit wordt afgesproken door de betreffende bedrijfsgeneeskundige dienst van de zorginstelling, in dit geval door de bedrijfsarts van het Jeroen Bosch ziekenhuis of ziekenhuis Bernhoven.

Kweekafname bij verdenking BRMO/MRSA

U kunt de kweek aanvragen: digitaal via het ZorgDomein (of via een aanvraagformulier aangeleverd door het Regionaal Laboratorium voor Medische Microbiologie en Infectiepreventie, in ’s-Hertogenbosch).

Uitvoering kweekafname

  • Neem kweken af volgens onderstaande instructies: keel/neus- en perineum/rectumkweek
  • Indien van toepassing, neem kweken af van huidlaesies, wonden, insteekopeningen, urine of sputum.
  • Stuur de kweken naar het Regionaal Laboratorium voor Medische Microbiologie en Infectiepreventie (JBZ) in ‘s-Hertogenbosch.
  • Het kan zijn dat partners en huisgenoten ook gescreend moeten worden op MRSA. Dit is het geval indien de MRSA positieve persoon in aanmerking komt voor eradicatie. Overleg zo nodig met de behandelaar in het ziekenhuis of de artsmicrobioloog.
  • Indien er sprake is van MRSA  in een gecombineerde keel/neus kweek zullen er soms  inventarisatiekweken moeten worden afgenomen. Dit betekent dat er specifiek gekeken gaat worden waar de bacterie zich bevindt middels afname van een aparte kweek van neus, van keel en van perineum.
  • Bij BRMO’s worden partners en huisgenoten niet gekweekt.
  • Breng uw patiënt op de hoogte van uitslag. Bij een nieuwe bevinding van BRMO wordt de patiënt tevens op de hoogte gebracht middels een brief vanuit het Regionaal Microbiologisch Laboratorium. Dit wordt verzorgd door de dienst Hygiene en Infectiepreventie van het Jeroen Bosch ziekenhuis.

Kweekinstructie combinatiekweken

Kweekinstructie inventarisatie (losse kweken)

Kweekafname specifiek (via onderzoekswijzer op jbz.nl):

VRE             

BRMO, kweek op vancomycine- resistente enterococcen (VRE), https://www.jeroenboschziekenhuis.nl/onderzoekenwijzer/brmo-kweek-op-vancomycine-resistente-enterococcen-vre

ESBL/Carb (CPE: carbapenemaseproducerende Enterobacteriaceae)

BRMO, kweek op extended- spectrum beta- lactamase (ESBL)/carbapenemase producer. https://www.jeroenboschziekenhuis.nl/onderzoekswijzer/brmo-kweek-op-extended-spectrum-beta-lactamase-esblcarbapenemase-producer

BRGN/Acin

BRMO, kweek op bijzonder resistente Gram-negatieve staven/ bijzonder resistente Acinetobacter species, https://www.jeroenboschziekenhuis.nl/onderzoekswijzer/brmo-kweek-op-bijzonder-resistente-gram-negatieve-stavenbijzonder-resistente

Voor de juiste wijze van afname en te gebruiken materialen zie bij B BRMO: https://www.jeroenboschziekenhuis.nl/onderzoekenwijzer

MRSA - Algemeen

De Meticilline Resistente Staphylococcus aureus (MRSA), is een Staphylococcus aureus, een bacterie die voorkomt bij ongeveer een derde van alle mensen, zonder dat zij daar last van hebben. Het enige verschil tussen de MRSA en de andere S. aureus bacteriën, is dat MRSA ongevoelig (resistent) is voor behandeling met de meest gebruikte antibiotica. In Nederland komt MRSA in de samenleving sporadisch voor. Bij een aantal specifieke beroepsgroepen komt het vaker voor (zie LA-MRSA). Voor meer info https://www.rivm.nl/mrsa

LA-MRSA

LA-MRSA staat voor Livestock Associated (vee-gerelateerde) MRSA. LA-MRSA is ontstaan uit een humane meticilline gevoelige S. aureus-stam, waarbij verschillende genetische veranderingen zijn opgetreden. Veehouders en hun gezinsleden worden vaak vanuit de veestapel met deze LA-MRSA besmet. Ofschoon het dragerschap van LA-MRSA hierdoor hoog is bij deze risicogroep, is de LA-MRSA mogelijk minder makkelijk overdraagbaar van mens-op-mens dan de andere MRSA-typen.

MRSA- beleid JBZ/Ziekenhuis Bernhoven

Bij ziekenhuisopname wordt elke patiënt bevraagd of deze een hoog risico heeft om MRSA bij zich te dragen. Iedereen die (mogelijk) MRSA drager is, wordt geïsoleerd verpleegd, totdat uit onderzoek blijkt dat de patiënt wel of geen MRSA heeft. Hierbij is de isolatie voor MRSA strikter dan voor LA-MRSA.

Wordt uw patient de komende 2 maanden opgenomen in het ziekenhuis, raadpleeg het schema onder “kweken voor opname” om te kijken of uw patient in de risicocategorie valt.

Stroomschema kweken (link)

Kweekinstructie combinatiekweken (link)

Kweekinstructie inventarisatiekweken (link) 

Verwijzing en behandeling bij MRSA dragerschap

De huisarts neemt contact op met een arts-microbioloog in het JBZ. Deze beoordeelt of eradicatie mogelijk is. Dit hangt af van meerdere factoren (zie behandeling). De arts-microbioloog maakt vervolgens, via de afdeling Hygiëne en Infectiepreventie (H&I) een afspraak voor het MRSA-spreekuur met de physician assistent en de deskundige infectiepreventie.

Op het spreekuur worden de risico’s en effectiviteit van de behandeling besproken. Er wordt uitgelegd wat de behandeling inhoudt en welke maatregelen er thuis moeten worden genomen. De patiënt krijgt het behandelplan en kweekschema mee. Indien behandeling mogelijk is wordt deze bij voorkeur praktisch via de huisarts uitgevoerd. De huisarts ontvangt dan ook het betreffende behandelplan en kweekschema ter controle van de behandeling.

H&I draagt zorg voor het communiceren van de resultaten van de controle-kweken.

Inventarisatie dragerschap

Voor het starten van de behandeling dient bekend te zijn waar een patiënt MRSA gekoloniseerd is. Hiervoor wordt een aparte neus-, keel- en perineum kweek afgenomen; dit betekent dus drie kweekstokken (link naar kweekinstructie inventarisatie). Indien er wonden en/of huidlaesies aanwezig zijn wordt ook hiervan een kweek afgenomen. Dit geldt ook voor urine, bij aanwezigheid van een urinekatheter, en/of sputum indien de patiënt hoest.

Contra-indicaties voor behandeling zijn:

  • Aanwezigheid van open wonden of huidlaesies
  • Huidafwijkingen (eczeem, wonden, blaren etc.)
  • Afwijkingen in het KNO-gebied
  • (Chronische) ontstekingen of infectiebronnen
  • Aanwezigheid van lichaamsvreemd materiaal (drains, urinekatheter, intravasale lijnen, etc.)
  • Geïnfecteerd implantatie materiaal (bv. prothesen) of osteosynthese- materiaal
  • De permanente aanwezigheid van een niet te eradiceren MRSA-positieve bron. Dit is veelal van toepassing op patiënten met veterinaire MRSA, die bijvoorbeeld op een varkens- vleeskalveren- of vleeskuikenbedrijf wonen of werken.

In bijzondere gevallen kan, bij contra-indicaties, toch besloten worden een poging tot eradicatie te doen. Dit gebeurt in samenspraak tussen behandelaar en arts microbioloog en vraagt veelal een forse aanpassing van de gebruikelijke behandelschema’s

Screening omgeving van behandelde patiƫnt

Gezinscontacten van een MRSA drager en contacten die hieraan gelijk staan, bijvoorbeeld kamerbewoning in een studentenhuis, worden altijd voorafgaand aan de behandeling gescreend om recidieven na behandeling vanuit een persisterende bron te voorkomen.

Het is verstandig bij alle patiënten aandacht te besteden aan andere factoren die bij kunnen dragen aan voortdurend dragerschap; bijvoorbeeld aan bakjes waarin een gebitsprothese overnacht blijft staan, aanwezigheid van piercings, aanwezigheid van een suprapubische katheter, etc. Deze zaken dienen in een op maat advies aan bod te komen.

Behandeling recidieven

Behandeling van recidieven gebeurt op gelijke wijze als de primaire behandelingen, waarbij de duur van de systemische therapie altijd wordt verlengd tot 14 dagen. Tevens worden opnieuw de gezins- leden of daaraan gelijkstaande contacten gescreend en kunnen huisdieren in de screening worden betrokken.

Follow-up

Twee dagen na het einde van een antibiotica behandeling worden de eerste controle kweken afgenomen. Dit zijn wederom drie kweekstokken; neus, keel en perineum apart. Na drie sets negatieve kweken (telkens met een week ertussen) wordt de behandeling als succesvol beschouwd en komt men in het follow-up traject. Dit houdt in dat bij opname in het ziekenhuis er wel screeningskweken worden afgenomen maar men niet niet in isolatie hoeft. Een jaar na behandeling zal de afdeling Hygiene & Infectiepreventie de behandelde persoon  nogmaals een kweekpakketje sturen. Als deze kweken  ook negatief zijn, wordt ervan uitgegaan dat iemand MRSA vrij is en zijn bij een volgende klinische opname geen isolatiemaatregelen meer nodig.

Informatie MRSA, zie website JBZ bij behandelingen

MRSA positief en dan?

LA-MRSA (veegerelateerde MRSA) alleen bij contactonderzoek!

Als u mogelijk drager bent van een resistente bacterie bijvoorbeeld MRSA

 

Voor meer algemene info over MRSA via RIVM:

https://lci.rivm.nl/richtlijnen/staphylococcus-aureus-infecties-inclusief-mrsa

Staphylococcus aureus-infecties inclusief MRSA-infecties en -dragerschap

Overige BRMO - algemeen

BRMO staat voor Bijzonder Resistente Micro Organisme. Naast MRSA zijn er nog andere BRMO’s zoals bijv. ESBLVRE en CPE. Ook deze bacteriën zijn resistent voor de eerste keuze of meerdere groepen antibiotica. Ook hierbij worden in het ziekenhuis isolatiemaatregelen getroffen. Afhankelijk van het micro-organisme is dat een strenger of minder streng isolatiebeleid.

Wordt uw patient de komende 2 maanden opgenomen in het ziekenhuis, raadpleeg het schema onder “kweken voor opname” om te kijken of uw patiënt in de risicocategorie valt.

Stroomschema kweken (link)

Kweekinstructie combinatiekweken (link)

Kweekinstructie inventarisatiekweken (link)

Behandeling BRMO

Een patiënt met een BRMO wordt in principe niet behandeld (tenzij er sprake is van een infectie).

We gaan er van uit dat de patiënt de BRMO binnen een jaar weer kwijtraakt.

Ontlabelen/ vrijverklaren

Bijzonder Resistente Gram Negatieve (BRGN)/ Extended Spectrum Beta- Lactamase (ESBL)

Positief: het label wordt automatisch na een jaar verwijderd. De patiënt hoeft niet opnieuw gekweekt te worden.

Carbapenamase (Carb):

Positief : het label wordt verwijderd na 2 negatieve kweeksets, van 3 kweken (3 dagen achter elkaar), 10 en 12 maanden na de laatste positieve Carb-kweek.

Verdacht: het label wordt verwijderd na 3 negatieve rectumkweken, 3 dagen achter elkaar afgenomen, minimaal 3 dagen na contact met de positieve bron.

Vancomycine Resistente Enterococ (VRE) 

Positief: het label wordt verwijderd na 2 negatieve kweeksets, van 3 kweken (3 dagen achter elkaar), 10 en 12 maanden na de laatste positieve VRE-kweek.

Verdacht: het label wordt verwijderd na 3 negatieve rectumkweken afgenomen,

3 dagen achter elkaar afgenomen, minimaal 3 dagen na contact met de positieve bron.

Bijzonder Resistente Acinetobacter (BRACI)

Positief: het label wordt verwijderd na 2 negatieve kweeksets, van 3 kweken (3 dagen achter elkaar), 10 en 12 maanden na de laatste positieve BRACI-kweek.

Verdacht: het label wordt verwijderd na 3 negatieve rectumkweken, 3 dagen achter elkaar afgenomen, minimaal 3 dagen na contact met de positieve bron.

Het kan voorkomen dat er toch gekweekt moet worden binnen de gelabelde periode van een jaar. Bijvoorbeeld als de patiënt een infectie heeft opgelopen. Mocht er uit een kweek weer een BRMO gekweekt worden, dan wordt de labeling een jaar verlengd, tot een jaar na deze laatste positieve kweek.

Informatiefolders

Voor het isolatiebeleid in het ziekenhuis kunt u algemene informatie vinden via de internetsite van het Jeroen Bosch ziekenhuis of ziekenhuis Bernhoven.:

https://www.jeroenboschziekenhuis.nl/verpleging-in-isolatie

https://www.bernhoven.nl/home-patientenfolders/folders-hygiene-infectiepreventie/isolatieverpleging-algemene-informatie/

Algemene informatie over de BRMO’s kunt u vinden via de site van het RIVM: https://lci.rivm.nl/richtlijnen/brmo

BRMO positief en dan?

https://www.jeroenboschziekenhuis.nl/brmo-positief-en-dan

MSRA

Hierin vindt u algemene informatie over isolatie bij een BRMO in het ziekenhuis, zie: https://www.jeroenboschziekenhuis.nl/behandelingen?afdeling=1557

 

Contact

Regionale dienst Hygiene & Infectiepreventie Noordoost Brabant, afdeling Infectiepreventie Jeroen Bosch Ziekenhuis

Tel: (073) 553 2954

E-mail: hygieneeninfectiepreventie@jbz.nl

Ziekenhuis Bernhoven

Tel:  0413-408999

E-mail: hygieneinfectiepreventie@bernhoven.nl

Regionaal Laboratorium voor Medische Microbiologie en Infectiepreventie Jeroen Bosch Ziekenhuis

Tel: (073) 553 28 75

E-mail: microbiologie@jbz.nl

Laatste versie

8 juli 2021