Print deze werkafspraak

Ziekte van Parkinson

Inleiding

Deze werkafspraak gaat over patiënten met (de verdenking op) de ziekte van Parkinson en helpt huisartsen te bepalen wanneer ze patiënten moeten verwijzen naar de neuroloog en geeft handvatten in de behandeling van veelvoorkomende problemen bij deze ziekte.

Op thuisarts.nl en in de NHG richtlijn is basis informatie over de ziekte van Parkinson beschikbaar. Voor verdere verdieping wordt verwezen naar de CBO richtlijn ziekte van Parkinson.

Verwijzen

  • Bij verdenking op de ziekte van Parkinson of parkinsonisme (ongeacht welke leeftijd).
  • Bij cognitieve klachten bij patiënt die bekend is met de ziekte van Parkinson (verwijzen naar neuroloog).
  • Bij cognitieve klachten en vermoeden op onderliggende parkinson(isme) (geen bekende diagnose) waarbij het parkinsonisme op de voorgrond staat (verwijzen naar de neuroloog).
  • Bij op de voorgrond staande cognitieve stoornissen heeft het de voorkeur om patiënt te verwijzen naar het geheugencentrum van het JBZ.

Bereikbaarheid - overleg

Wilt u direct overleggen over een bekende patiënt met Parkinson? Hiervoor kunt u contact leggen met:

  • Angret Minten, parkinsonverpleegkundige (maandag t/m donderdag)
  • Leonie van Keulen, verpleegkundig specialist Parkinson (maandag, woensdag, vrijdag)
  • Behandelend neuroloog

Zie voor telefoonnummers de “wie is wie” in deze app of benader ons via Siilo. 

Veelvoorkomende problemen

Delier

  • Doe onderzoek naar onderliggende oorzaken (bijvoorbeeld urineweginfectie, pneumonie, dehydratie, elektrolytstoornissen of hypoglykemie) en behandel deze.
  • Het optreden van een delier is echter ook een teken van de toenemende kwetsbaarheid van het brein en vaak het begin van de cognitieve achteruitgang. Bij een ongeprovoceerd delier of herhaaldelijke delieren overleg met de neuroloog of parkinsonverpleegkundige of patiënt gezien moet worden op het zorgpad Parkinson & Cognitie (zie dementie).
  • Indien er hinderlijke wanen of hallucinaties zijn kan clozapine (wekelijkse labcontroles; start met 1dd6,25mg an) of quetiapine (start 25mg, ophogen naar 50mg) worden gestart. Consulteer in dit geval de neuroloog om beleid en controles af te stemmen.
  • Gebruik geen klassieke antipsychotica zoals haldol.
  • Verwijs patiënt tevens terug naar de neuroloog/parkinsonverpleegkundige om te kijken of een aanpassing in de parkinsonmedicatie nodig is. 

 

Dementie

  • Het merendeel van de mensen met Parkinson ontwikkelt dementie gedurende het beloop van de ziekte (80% bij ziekteduur van 20 jaar).
  • Parkinsondementie verschilt van andere vormen van dementie doordat geheugenproblemen niet op de voorgrond staan. Met name problemen met uitvoerende functies, visuospatiele functies, oriëntatie en mentale traagheid staan op de voorgrond.
  • Hallucinaties en wanen komen veel voor. Bij hinderlijke hallucinaties kan rivastigmine worden overwogen.
  • Het zorgpad Parkinson&Cognitie is opgericht om bekende parkinsonpatiënten te screenen op cognitieve stoornissen/dementie gevolgd door een multidisciplinair MDO (geriater, medisch psycholoog, neuroloog en parkinsonverpleegkundigen uit 1e en 2e lijn). U kunt hiervoor contact op nemen met de parkinsonverpleegkundige en/of neuroloog.

 

Vallen

  • Mensen met de ziekte van Parkinson vallen vaker dan leeftijdsgenoten.
  • Ga na wat de oorzaak is van de val en denk hierbij ook aan orthostase (is er bewustzijnsverlies, licht gevoel in het hoofd, omstandigheden) en sederende medicatie.
  • Bij het vermoeden op orthostase controleer de bloeddruk en verlaag zo nodig de antihypertensiva. Indien onvoldoende effect contact met hoofdbehandelaar.
  • Behandeling door een ParkinsonNet fysiotherapeut verlaagt het valrisico. Een verwijzing kunnen zij van hun parkinsonverpleegkundige krijgen.

 

Obstipatie

  • Obstipatie vermindert de werking van levodopa.
  • Streef daarom naar dagelijks/2 dagelijks soepele ontlasting. Indien dit met voldoende vochtinname, vezels, en beweging niet lukt kan laxantia zoals movicolon worden voorgeschreven.

 

Gecontra-indiceerde medicatie

Bepaalde medicijnen kunnen extrapyramidale verschijnselen verergeren en moeten daarom worden vermeden. De meest voorkomende hiervan zijn:

  • Olanzapine, risperidon
  • Klassieke antipsychotica zoals haldol
  • Dopaminerge antiemetica; metocloperamide. Geeft bij voorkeur domperidon (werkt meer perifeer en geeft daardoor veel minder kans op toename van het parkinsonisme). Alternatief is ondansetron.

Samenwerking eerste lijn

We werken nauw samen met de parkinsonverpleegkundingen in de eerste lijn (Esther van Leeuwen, Brabantzorg; Iris Goesten, ZGEM). Wij schakelen hen in bij vragen over dagbehandeling, een CIZ aanvraag of wanneer patiënten moeilijk naar het ziekenhuis kunnen komen voor controles bij onze parkinsonverpleegkundige.

Contactpersonen

  • Nicolien van der Kolk, neuroloog 
  • Ellen van der Holst, neuroloog 
  • Angret Minten, parkinsonverpleegkundige 
  • Leonie van Keulen, verpleegkundig specialist Parkinson 
  • Nathalie Beelen, kaderhuisarts ouderengeneeskunde

Laatste versie

15 februari 2024